Ga naar de inhoud
Gesprek tussen Brusselaars met LEF

Brusselse boeren, verenigingen en bedrijven met LEF (Lokaal, Ecologisch en Fair ) rond de tafel op Boerenstrijddag

Op 17 april brachten Wervel vzw en Associations 21 Brusselse boeren, ondernemers en verenigingen rond de tafel met als doel: Fair Trade Lokaal. Ieder initiatief is anders en eigenwijs en inspireert. In wat volgt krijgt u een impressie.

INLEIDING Antoinette Brouyaux, Associations 21

 

17 april, internationale boerenstrijddag. Een uitgelezen moment voor een rondetafelgesprek en debat over lokale eerlijke handel: het aantal boeren gaat er in België nog steeds sterk op achteruit. Opkomen voor de boerenstiel is niet enkel iets voor boeren, want voedsel, het belangrijkste product van de boer-producent, is van vitaal belang voor iedereen. Voedselsoevereiniteit, het recht van elk volk om hun eigen voedselvoorziening democratisch te bepalen met respect voor mens en milieu, focust net op de betrokkenheid en stem van de consument en is een voorwaarde om voedselzekerheid  waar te maken.

 

Waarom aandringen op lokale productie? Om minder afhankelijk te zijn van petroleum en de internationale markten, om de controle over ons voedselsysteem terug te winnen, en om de kosten van tussenschakels en transport te vermijden. In de context van Brussel wordt de nadruk op stadslandbouw gelegd, maar stadslandbouw zal niet volstaan om 1,1 miljoen mensen te voeden.

 

Vragen: Wat is een eerlijke en rechtvaardige prijs? Kan een prijs zowel voor producenten als voor consumenten eerlijk zijn? Hoe houden we rekenening met sociale ongelijkheden? Zijn alle tussenschakels in het voedselsysteem nodig, gezien landbouwers slechts een fractie van de totale prijs ontvangen? Oplossingen zijn er zeker, maar ten opzichte van het heersende gangbare landbouwsysteem voelt het aan als “David tegen Goliath”, we moeten ons dus goed organiseren.

 

Catherine Rousseau, voor de Brusselse minister van Milieu Evelyne Huytebroeck:

 

Hoever staan we met duurzame voeding in Brussel? Er zijn weinig cijfers beschikbaar, en er is geen voedselbeleid. Een landbouwbeleid is er wel, maar het richt zich niet op de lokale behoeften. Vandaar de ambitie om van Brussel een voorbeeld te maken door de voedselproductie dichter bij de stad te brengen om op lokaal niveau toegevoegde waarde te leveren maar ook om duurzaamheidsnormente bereiken. Welvaartsziekten ontstaan door onze voedingsgewoonten en ze nemen toe. Om stadslandbouw te promoten heeft de Brusselse regering gekozen voor het model van het INRA uit Frankrijk: we verkiezen het woord ‘voedsel-systeem’ in plaats van ‘voedselketen’, om de diversiteit van actoren en hun onderlinge relaties te onderlijnen. Het huidige systeem is agro-industrie of agro-service: massaproductie en -consumptie creëren een kloof tussen producenten en consumenten. De kwaliteit is genormaliseerd, gestandaardiseerd. Wij willen familiale en lokale voedselsystemen met bio-, ethische, en streekproducten ondersteunen om de transitie mogelijk te maken. We zullen investeren in de gedifferentieerde kwaliteit: we kunnen de agro-industrie niet wegdenken, maar moeten de sterke punten van de verschillende actoren in evenwicht brengen met elkaar. Zo konden we het lastenboek voor grootkeukens al veranderen. In een tweede fase willen we het aanbod aanpakken via originele en innovatieve oplossingen zoals stadslandbouw. We moeten de stedelingen de mogelijkheid geven om in dialoog te treden met de producenten rond Brussel. Een onderzoek heeft uitgewezen dat bedrijven die aandacht hadden voor duurzaamheid, beter bestand waren tegen de crisis. Zowel economisch als op het vlak van werkgelegenheid zijn er dus argumenten om deze bedrijven te ondersteunen en als voorbeeld te nemen.

 

Lokaal, Ecologisch en Fair : de LEF-CAMPAGNE van Wervel vzw Veerle Devaere

 

Wervel lanceert dit jaar een nieuwe campagne met ‘LEF’ om landbouwers/ondernemers die het lef hebben buiten het gangbare circuit te handelen, aan te moedigen en ze in de kijker te plaatsen.  Het drieletterwoord  LEF staat voor Lokaal, Ecologisch en Fair: wie met LEF produceert, verdient aandacht. Dit doen we ook vandaag: met dit debat ‘Fair Trade Lokaal’ komen meerdere personen en  initiatieven met LEF aan bod.

 

Lokaal en ecologisch horen samen om duurzaam te zijn. Boontjes uit Kenia mogen nog biologisch zijn, duurzaam zijn ze niet. Basisvoedsel halen we best uit de buurt en liefst is het  geteeld met zo weinig mogelijk pesticiden of nog beter zonder.

 

‘Faire producten’ beperken zich niet tot het Zuiden, behalve dan cacao, koffie, bananen, liefst duurzaam geteeld volgens de fair-tradecriteria. Boeren hier kunnen zich inspireren op dit model: bij gezond en smaakvol voedsel geteeld volgens gelijkaardige sociale en ecologische criteria, hoort een (sociaal) eerlijk loon.

 

Vlees van hier: het klinkt lokaal maar … er zit toch een addertje onder het gras. De foto’s die Joao Caetano maakt van de Cerrado, één van de meest soortenrijke en prachtige savannes, getuigen van de teloorgang van ecosystemen door onze vleesconcumptie. Voor de productie van soja, eiwitbron voor onze veestapel in Europa, grijpt een heuse kaalslag plaats.

 

Maar het kan ook anders: zoals met koolzaad, ‘het zwarte goud’ van de Westhoek (West-Vlaanderen). De olie  van dit zaad kan als brandstof dienen voor motoren, maar is ook zeer voedzaam voor de mens. Na het persen blijft de perskoek over die rijk is aan eiwitten. Dit soort plantaardige eiwitten kunnen we lokaal telen en als veevoeder gebruiken,  maar ook voor toepassingen in pasta’s, energierepen, enz. Koolzaad vormt een extra teelt in de teeltrotatie, waardoor de volgteelt hogere opbrengsten geeft, en de koolzaadbloemen trekken ook veel bijen aan; er kan dus honing geoogst worden.

 

De aanwezigen kregen een primeur: Fair trade Choco met Fair Trade ingrediënten uit het Zuiden, nl. de rietsuiker en de cacao maar ook koolzaadolie, een product van een Westvlaamse boerencoöperatie met LEF.

 

PRODUCTIE

 

Jean-Pierre De Leener baat reeds 27 jaar een biologisch tuinbouwbedrijf uit in Sint-Pieters-Leeuw. Het zijn vooral zomerse groenten die hij buiten en in plastiektunnels teelt. Verwarmen doet hij niet. Vanuit zijn ervaring als tuinbouwer geeft hij 3 boodschappen mee:

 

  • producenten zijn collega’s, geen concurrenten,  samenwerken maakt veel mogelijk

  • consumenten zijn meer dan geldschieters, het zijn ook sympathisanten: de boeren zijn blij als ze hun klanten tevreden kunnen stellen en hun appreciatie is belangrijk

  • Respect voor de natuur is voor de boer het uitgangspunt. Inspiratie hiervoor haalt hij uit het boek van Gunter Pauli over de  blauwe economie, waarin het werken met biologie en fysica vooropstaat en niet het werken met ‘chemie’.

 

Hij pleit voor solidariteit tussen producenten en consumenten in Brussel en omgeving. Hij is ook voorzitter van RABAD, Netwerk van Brusselse actoren voor duurzame voeding, en bestuurder van “Saveurs Paysannes”. Met overdekte markten in diverse steden kan er meer contact ontstaan tussen boeren en consumenten. Een korte keten zorgt voor een eerlijkere prijs.

 

DISTRIBUTIE

 

Jo Huygh vertegenwoordigt Abattoir, beheerder van de Anderlechtse slachthuizen. Abattoir werd in 1984 opgericht door 150 aandeelhouders, handelaars en investeerders die samen met de buurt bekommerd waren over de bestemming van deze site en de ondergang ervan wilden tegengaan. Abattoir verkoopt geen vlees, maar biedt professionelen de infrastructuur aan voor 3 soorten activiteiten:

 

  • een kleine 100 handelaars slachten en versnijden vlees

  • op vrijdag, zaterdag en zondag is er een grote markt

  • ruimtes in de kelders zijn te huur voor exposities en bedrijfsfeesten

 

Onder de huurders, zijn sommigen gespecialiseerd in het versnijden van karkassen, anderen fokken zelf de dieren  verkopen ze aan slagers. Deze infrastructuur is uitzonderlijk voor een grote stad zoals Brussel. Elders trokken slachthuizen weg. Slechts enkelen bleven onafhankelijk van de groothandelsdistributie. Dit slachthuis in de stad maakt een korte keten voor het vlees mogelijk.

 

Corentin Dayez, voor Oxfam -Magasins du Monde, dat 500 volwassen vrijwilligers in Brussel en in het Waalse Gewest telt, die zich inzetten voor de bestrijding van het onrecht in het Zuiden. Oxfam MDM koppelt eerlijke Noord-Zuidhandel aan politieke campagnes. Boerenlandbouw in het Zuiden wordt geconditioneerd door het industriële landbouwmodel dat hier heerst: er zijn geen grenzen meer. Ook hier moeten er acties ondernomen worden om de boerenlandbouw wereldwijd te redden. Oxfam MDM biedt een nieuw gamma van hoeveproducten aan. De criteria waaraan deze producten moeten voldoen, zijn opgenomen in een handvest : het gaat om familiale landbouw, coöperatief werken, democratisch en solidair beheer…De prijs is vastgelegd in overleg met de producenten op basis van de kosten. Tussenschakels worden vermeden. Burgerparticipatie is sterk aanwezig, wat de praktijk niet eenvoudig maakt: de prijs moet  rekening houden met vele eisen, maar tegelijkertijd is de consument ook beperkt in zijn aankoopbudget. En dit aanbod moet ook toegankelijk blijven voor de minder gegoeden…

 

 

 

Mieke Lateir stelt ons BIOSANO BVBA voor, die de biologische melk Biodia op de markt brengt, maar ook Max Havelaarproducten verdeelt. Biodia werd opgezet naar aanleiding van de melkcrisis en wil een voorbeeld zijn van lokale eerlijke handel. De melk wordt aangekocht bij Biomelk Vlaanderen en Biolait Wallonie, een coöperatie van een 30-tal melkveehouders die zich al in 2001 verenigden om samen sterker te staan op de markt. Het uitwerken van langetermijnrelaties zoals in Italië reeds vaak wordt toegepast is ook een aandachtspunt. Het lastenboek voor Biodia werd uitgewerkt in samenwerking met Vredeseilanden en Wervel en gaat verder dan het bio-lastenboek: er zijn bijkomende duurzaamheidscriteria. Belangrijk is de samenwerking met coöperatieven, verenigingen van boeren. Het hoofdingrediënt en zoveel mogelijk andere ingrediënten zijn van Belgische oorsprong maar indien dit niet mogelijk is, zoekt Biosano in het buitenland naar een gelijkaardige certificering. Het accent ligt op een eerlijk loon voor de boer en ruimte voor investering. Over extra duurzaamheidscriteria worden overlegd met de vereniging van boeren met het oog op haalbaarheid. De berekening van prijs is gebaseerd op de productiekosten in een ‘theoretisch’ modelmelkveebedrijf met 50 ha land, 60 koeien en 7000 liter melkproductie per koe. Het loon van de boer is gebaseerd op het vergelijkbaar actueel arbeidsinkomen. Nu krijgt de boer 44 eurocent per liter maar de prijs wordt jaarlijks herberekend.

 

Erwin Schopgès is een melkveehouder in het Duitse taalgebied en woordvoerder van de coöperatieve Faircoop, die het Fairebel-merk voor melk heeft opgericht in 2010, na de melkcrisis van 2009. Tot die crisis geloofden de melkproducenten dat meer produceren de honger uit de wereld zou helpen. Maar de overproductie in Europa zorgt juist voor problemen. Veel melkveebedrijven zijn nog altijd bedreigd, de crisis woedt voort. Fairebel telt nu 500 producerende leden, en de coöperatie keert 10 cent extra uit aan de leden per verkochte liter melk. De melk ligt in de rekken van Carrefour, Colruyt en Intermarché-supermarkten. Het assortiment diversifieert: na de halfvolle melk, kwam er (volle) chocolademelk bij en ook bio-roomijs. Eerlijk voor de leden van Faircoop betekent kostprijsdekkend, dit is een hoofdvoorwaarde om respect voor het milieu, het landschap en dierenwelzijn te garanderen. Elke schakel in de keten wordt op een correcte manier betaald en er wordt rekening gehouden met wat consumenten als prijs aanvaarden. Eerlijk betekent ook kwaliteitsvol. Reeds 150 Waalse scholen kopen de chocolademelk van Fairebel.

 

Brigitte Grisar is verantwoordelijk voor het Brussels voedselhulp-overleg voor de Federatie van de Sociale Diensten. Het aantal personen dat nood heeft aan voedselhulp stijgt constant en verontrustend. Deze mensen hebben geen toegang tot duurzaam kwaliteitsvoedsel. Sociale restaurants (56%), voedselpakketten (39%) en sociale kruideniers (5%) nemen de bedeling op zich. De bevoorrading gebeurt nu via de Voedselbank, een erkende instelling, maar gezien de Europese steun in 2014 zal wegvallen, rijst er een groot probleem. Brigitte Grisar bezocht tijdens een studiereis in Frankrijk het programma «Uniterres du Réseau A.N.D.E.S.in Andes», dat duurzame voeding en sociale emancipatie verzoent. “Solidaire kruideniers” werken er rechtstreeks samen met kwetsbare landbouwers die verse producten leveren. Beide kwetsbare groepen ontmoeten elkaar. Dit voorbeeld werd in Wallonië voorgesteld aan de minister van  Sociale Zaken Tillieux.

 

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES EN NETWERKEN

 

Anaïs le Troadec werkt voor SAGAL (Solidaire Aankoopgroep van Agro-ecologische Landbouw) Brussel. Deze groepen helpen de lokale producenten te werken op een manier die het milieu en de traditionele kennis respecteert. Sinds de oprichting van dit netwerk in 2006, zijn de SAGALs als paddestoelen uit de grond geschoten: er zijn er nu 62. Elke SAGAL belooft het charter van het netwerk te respecteren.

 

Sébastien Kennes van Rencontre des Continents vzw, dat door middel van vorming, animatie, conferenties, debatten, evenementen verandering wil teweegbrengen via het bord. De transitie is dringend, noodzakelijk en vraagt naar samenwerking met onder andere boeren. Een paradigmaverschuiving is nodig: er is niet een andere wereld mogelijk, maar er zijn duizend en één dingen te doen om deze wereld te verbeteren! Vandaar het belang van volksonderwijs om kennis en vaardigheden te valoriseren want veel kennis gaat nog steeds verloren. Voedselsoevereiniteit moeten we hier in het Noorden waar maken, maar daarbij het Zuiden incalculeren. Zo is het project “Meesters in ecologische en politieke keuken” opgezet. Het richt zich tot de minstbedeelden in de samenleving via kleinschalige vormen van animatie. Op termijn kan zich hieruit kwalitatieve vorming ontwikkelen en kunnen verscheidene sociale economieprojecten ontstaan in verschillende wijken. Diverse partners werken mee: twee 2 OCMW’s, Culture et Développement, Equipes Populaires, La Maison Verte et Bleue, alfabetiseringsverenigingen…

Veerle Devaere

 

Lees ook de samenvatting van het debat & conclusies van de workshops “Veerkracht” en samenwerking tussen de regio’s voor een duurzame voeding van de Brusselaars.