Ga naar de inhoud
Cerrado ecoregio

De intensieve, internationale acties voor behoud van het Amazonewoud zijn succesvol in die zin dat de houtkap daar is afgenomen. Maar mede als cynisch gevolg hiervan, heeft het spoor van vernietiging zich zuidwaarts verplaatst naar de Cerrado, waar tot drie keer zoveel ontbost wordt als in het Amazonegebied. De economische logica is dezelfde: aanleg van enorme plantages met monoculturen als soja, eucalyptus, maïs en suikerriet. De ecologische en sociale gevolgen zijn minstens zo ernstig als die van het verdwijnen van de Amazone.

(Brussel/Nagoya – oktober 2010) Het verlies van biodiversiteit kost de wereldeconomie volgens de schattingen van het onderzoeksproject ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity‘ jaarlijks 70 miljard dollar. Zogenaamd onopvallende ‘diensten’ als waterhuishouding of zuivering worden gratis door ecosystemen geleverd. Daarom kosten met name ontbossing en andere ecologische schade veel geld omdat die diensten dan niet of minder geleverd kunnen worden.

Een voorbeeld waarbij men geld kan besparen door het redden van natuur is het feit dat New York geen dure waterzuiveringstations hoefde te bouwen, door te kiezen voor het bewaren van het bosrijke gebied ‘Catskill Mountains’. Dankzij deze natuurlijke waterzuivering bespaarde New York 6,5 miljard dollar. De Cerrado, ruim een vijfde van Brazilië, met 22 miljoen mensen verspreid over elf deelstaten, levert ook enorm veel van dit soort ‘onzichtbare en onvervangbare diensten’. De Cerrado is niet alleen een schatkamer van biodiversiteit, maar is ook cruciaal voor het ‘hydrologische systeem’ van heel Brazilië zoals het ontstaan en voeden van rivieren. Bijna geheel Brazilië hangt voor de productie van elektriciteit af van het water dat vanuit de Cerrado komt. De Cerrado is de wieg van heel wat rivieren die in diverse richtingen, niet alleen binnen Brazilië, maar richting heel Latijns-Amerika lopen. Bronnetjes voor de Paraná bijvoorbeeld beginnen te vloeien vanuit het middelpunt van Brazilië, tot in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. 
De waterhuishouding is fundamenteel voor de Cerrado,  voor Brazilië. voor Latijns-Amerika en dus voor de planeet.

De Cerrado is de meeste soortenrijke savanne ter wereld, met volgens het Braziliaanse ministerie van Leefmilieu duizenden soorten bomen, honderden soorten vogels, zoogdieren, vissen en amfibieën. De bomen blijven er meestal klein en hebben een grillig uiterlijk. Vele soorten hebben leerachtige bladeren en een dikke schors, zodat ze weinig vocht verliezen. Vergelijk een Cerradostruik  (1,5 en 2,6 mm/dag) met soja (8,4 mm/dag). Omwille van de telkens weerkerende droogtemaanden gaan de wortels diep de grond in. Gecombineerd met de dikwijls poreuze bodem maakt dit dat in de loop van miljoenen jaren gigantische onderwatervoorraden opgebouwd werden. De zogenaamde ‘Aquíferos’: Guarani, Bambuí en Urucuia.

De Cerrado werkt als een spons die deze Aquíferos en heel wat belangrijke rivieren van water voorziet. Door de massale ontbossing (met 30.000 km2 per jaar, twee tot drie keer zoveel als in het Amazonegebied) en de aanleg van waterintensieve monoculturen als soja- en suikerrietplantages, dreigt deze langzaam opgebouwde watervoorraad in enkele decennia op te drogen. Reeds 40 % van de Cerrado is intussen ontbost. Dit proces heeft nu al zichtbaar catastrofale gevolgen, niet alleen voor de Cerrado zelf, maar voor de waterhuishouding van bijna heel Latijns-Amerika. Nu al worden in Braziliaanse landbouwstreken, tot in Rio Grande do Sul, meest zuidelijke staat van het land, de gevolgen van een verdrogende Cerrado gevoeld. De laatste vijf jaar leden de boeren in de drie landbouwstaten van Zuid-Brazilië grote verliezen, omwille van de ongeziene hitte. In Cuiabá, hoofdstad van sojadeelstaat Mato Grosso wordt het jaar na jaar warmer, en moeilijker om te leven. In Mercosul verkeren momenteel 30 miljoen hectare in een overgangsfase naar woestijn en dit als rechtstreeks gevolg van de verwoestingen door de monoculturen.

Eldorado

De Cerrado is het nieuwe Eldorado voor uitgestrekte monoculturen waar weinigen veel geld kunnen verdienen. Die monoculturen doen het gebied niet alleen letterlijk opdrogen, maar ondergraven ook de biodiversiteit en jagen mensen het gebied uit. Dit soort grootschalige landbouw is bovendien niet arbeidsintensief, waardoor boeren naar de reeds overvolle Braziliaanse steden worden gedreven. De laatste jaren worden in de Cerrado voor de intensieve veeteelt heel wat weilanden aangelegd met exotische grassen, die de oorspronkelijke diversiteit verstikken. De monoculturen van suikerriet (suiker en synthetische producten als ethanol) en soja, maïs voor de verwerking tot veevoeder voor de explosief groeiende veeteelt in Europa, China en Japan, geven de doodsteek. Een ander voorbeeld is de aanleg van Eucalyptus bossen, voor pulp voor de internationale papierindustrie. De genetisch gemanipuleerde variant zal voor de ethanol van de tweede generatie moeten instaan. Eucalyptus groeit veel sneller dan de ‘wijze’ boompjes van de Cerrado, maar verbruikt nog veel meer water als bijvoorbeeld soja. Cynisch genoeg wordt het planten van eucalyptus ‘herbebossing’ genoemd en krijgt daardoor allerlei internationale, financiële steun om koolstof vast te leggen. Vergeten wordt dat het evenwichtige bodemleven en de oorspronkelijke begroeiing van de Cerrado juist fundamenteel zijn om op duurzame wijze veel CO2 op te nemen. De Cerrado bewijst de internationale gemeenschap een belangrijke dienst door net als de Amazone veel CO2 op te slaan. Helaas lijkt die internationale gemeenschap dat niet te beseffen, vindt de Braziliaanse overheid de Cerrado vooral belangrijk voor korte termijn winsten, en hebben weinigen oog voor de zich voltrekkende ecologische ramp. In Brazilië zélf begint het besef over de ecologische en sociale ramp door te dringen: het ‘Fórum Goiâno em Defesa do Cerrado’ wil alleszins aan de grote consensus voor een nieuwe en andere ontwikkeling werken. Stilaan begint het door te dringen dat de rijkdom van dit unieke gebied de tafel feestelijk kan vullen en via duurzame en fair trade handel een alternatief kan bieden. Eeuwenlang voedde de bevolking zich met de nutriëntenrijke pequi, buriti, araticum, mangaba, cagaita, cajuzinho, bacuri, enz. Deze producten kunnen op kleine schaal worden gecommercialiseerd. Het Global Environment Facility (GEF) en UNDP hebben al verschillende programma’s die biodiversiteit van de Cerrado willen beschermen door de natuurlijke rijkdom duurzaam te exploiteren.

Het komt  nu  aan op het uitbouwen van een regionale economie, die niet gebaseerd is op de invasie van monoculturen, maar op de oorspronkelijke polycultuur. Een economie waar iedereen beter van wordt: de diverse ecosystemen, de lokale bewoners en landbouw, fauna en flora, de waterhuishouding en daarmee ook de stedelijke bevolking, het wereldklimaat. Stilaan begint het besef door te sijpelen. Maar het is hoog tijd dat het lokale sijpelen uitgroeit tot een stroom van mondiaal bewustzijn. Aandacht voor de Cerrado op de Conventie voor Biologische Diversiteit in Nagoya, Japan en de VN-conferentie over Klimaatverandering in Cancún, Mexico, is daarom cruciaal.

Bart Staes, lid Europees Parlement
Bas Eickhout, lid Europees Parlement
Luc Vankrunkelsven, Wervel vzw


(Brussel/Nagoya – oktober 2010) Het verlies van biodiversiteit kost de wereldeconomie volgens de schattingen van het onderzoeksproject ‘The Economics of Ecosystems and Biodiversity’ (Teeb) jaarlijks 70 miljard dollar. Zogenaamd onopvallende ‘diensten’ als waterhuishouding of zuivering worden gratis door ecosystemen geleverd. Daarom kosten met name ontbossing en andere ecologische schade veel geld omdat die diensten dan niet of minder geleverd kunnen worden.

Een voorbeeld waarbij men geld kan besparen door het redden van natuur is het feit dat New York geen dure waterzuiveringstations hoefde te bouwen, door te kiezen voor het bewaren van het bosrijke gebied ‘Catskill Mountains’. Dankzij deze natuurlijke waterzuivering bespaarde New York 6,5 miljard dollar.

De Cerrado, ruim een vijfde van Brazilië, met 22 miljoen mensen verspreid over elf deelstaten, levert ook enorm veel van dit soort ‘onzichtbare en onvervangbare diensten’. De Cerrado is niet alleen een schatkamer van biodiversiteit, maar is ook cruciaal voor het ‘hydrologische systeem’ van heel Brazilië zoals het ontstaan en voeden van rivieren. Bijna geheel Brazilië hangt voor de productie van elektriciteit af van het water dat vanuit de Cerrado komt.

De Cerrado is de wieg van heel wat rivieren die in diverse richtingen, niet alleen binnen Brazilië, maar richting heel Latijns-Amerika lopen. Bronnetjes voor de Paraná bijvoorbeeld beginnen te vloeien vanuit het middelpunt van Brazilië, tot in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires.

De waterhuishouding is fundamenteel voor de Cerrado, voor Brazilië. voor Latijns-Amerika en dus voor de planeet.


De Cerrado is de meeste soortenrijke savanne ter wereld, met volgens het Braziliaanse ministerie van Leefmilieu duizenden soorten bomen, honderden soorten vogels, zoogdieren, vissen en amfibieën. De bomen blijven er meestal klein en hebben een grillig uiterlijk. Vele soorten hebben leerachtige bladeren en een dikke schors, zodat ze weinig vocht verliezen. Vergelijk een Cerradostruik (1,5 en 2,6 mm/dag) met soja (8,4 mm/dag). Omwille van de telkens weerkerende droogtemaanden gaan de wortels diep de grond in. Gecombineerd met de dikwijls poreuze bodem maakt dit dat in de loop van miljoenen jaren gigantische onderwatervoorraden opgebouwd werden. De zogenaamde ‘Aquíferos’: Guarani, Bambuí en Urucuia.

De Cerrado werkt als een spons die deze Aquíferos en heel wat belangrijke rivieren van water voorziet. Door de massale ontbossing (met 30.000 km2 per jaar, twee tot drie keer zoveel als in het Amazonegebied) en de aanleg van waterintensieve monoculturen als soja- en suikerrietplantages, dreigt deze langzaam opgebouwde watervoorraad in enkele decennia op te drogen. Reeds 40 % van de Cerrado is intussen ontbost. Dit proces heeft nu al zichtbaar catastrofale gevolgen, niet alleen voor de Cerrado zelf, maar voor de waterhuishouding van bijna heel Latijns-Amerika.

Nu al worden in Braziliaanse landbouwstreken, tot in Rio Grande do Sul, meest zuidelijke staat van het land, de gevolgen van een verdrogende Cerrado gevoeld. De laatste vijf jaar leden de boeren in de drie landbouwstaten van Zuid-Brazilië grote verliezen, omwille van de ongeziene hitte. In Cuiabá, hoofdstad van sojadeelstaat Mato Grosso wordt het jaar na jaar warmer, en moeilijker om te leven. In Mercosul verkeren momenteel 30 miljoen hectare in een overgangsfase naar woestijn en dit als rechtstreeks gevolg van de verwoestingen door de monoculturen.


Eldorado

De Cerrado is het nieuwe Eldorado voor uitgestrekte monoculturen waar weinigen veel geld kunnen verdienen. Die monoculturen doen het gebied niet alleen letterlijk opdrogen, maar ondergraven ook de biodiversiteit en jagen mensen het gebied uit. Dit soort grootschalige landbouw is bovendien niet arbeidsintensief, waardoor boeren naar de reeds overvolle Braziliaanse steden worden gedreven.

De laatste jaren worden in de Cerrado voor de intensieve veeteelt heel wat weilanden aangelegd met exotische grassen, die de oorspronkelijke diversiteit verstikken. De monoculturen van suikerriet (suiker en synthetische producten als ethanol) en soja, maïs voor de verwerking tot veevoeder voor de explosief groeiende veeteelt in Europa, China en Japan, geven de doodsteek.

Een ander voorbeeld is de aanleg van Eucalyptus bossen, voor pulp voor de internationale papierindustrie. De genetisch gemanipuleerde variant zal voor de ethanol van de tweede generatie moeten instaan. Eucalyptus groeit veel sneller dan de ‘wijze’ boompjes van de Cerrado, maar verbruikt nog veel meer water als bijvoorbeeld soja.

Cynisch genoeg wordt het planten van eucalyptus ‘herbebossing’ genoemd en krijgt daardoor allerlei internationale, financiële steun om koolstof vast te leggen. Vergeten wordt dat het evenwichtige bodemleven en de oorspronkelijke begroeiing van de Cerrado juist fundamenteel zijn om op duurzame wijze veel CO2 op te nemen. De Cerrado bewijst de internationale gemeenschap een belangrijke dienst door net als de Amazone veel CO2 op te slaan. Helaas lijkt die internationale gemeenschap dat niet te beseffen, vindt de Braziliaanse overheid de Cerrado vooral belangrijk voor korte termijn winsten, en hebben weinigen oog voor de zich voltrekkende ecologische ramp.

In Brazilië zélf begint het besef over de ecologische en sociale ramp door te dringen: het ‘Fórum Goiâno em Defesa do Cerrado’ wil alleszins aan de grote consensus voor een nieuwe en andere ontwikkeling werken. Stilaan begint het door te dringen dat de rijkdom van dit unieke gebied de tafel feestelijk kan vullen en via duurzame en fair trade handel een alternatief kan bieden. Eeuwenlang voedde de bevolking zich met de nutriëntenrijke pequi, buriti, araticum, mangaba, cagaita, cajuzinho, bacuri, enz. Deze producten kunnen op kleine schaal worden gecommercialiseerd. Het Global Environment Facility (GEF) en UNDP hebben al verschillende programma’s die biodiversiteit van de Cerrado willen beschermen door de natuurlijke rijkdom duurzaam te exploiteren (1).

Het komt nu aan op het uitbouwen van een regionale economie, die niet gebaseerd is op de invasie van monoculturen, maar op de oorspronkelijke polycultuur. Een economie waar iedereen beter van wordt: de diverse ecosystemen, de lokale bewoners en landbouw, fauna en flora, de waterhuishouding en daarmee ook de stedelijke bevolking, het wereldklimaat.

Stilaan begint het besef door te sijpelen. Maar het is hoog tijd dat het lokale sijpelen uitgroeit tot een stroom van mondiaal bewustzijn. Aandacht voor de Cerrado op de Conventie voor Biologische Diversiteit in Nagoya, Japan en de VN-conferentie over Klimaatverandering in Cancún, Mexico, is daarom cruciaal.


Bart Staes, lid Europees Parlement (www.bartstaes.be)

Bas Eickhout, lid Europees Parlement (www.baseickhout.eu)

Luc Vankrunkelsven, ngo Wervel (www.wervel.be)