Ga naar de inhoud

Een groep experts van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) heeft op 4 augustus 2004 Brazilië, Australië en Thailand -die een klacht hadden ingediend tegen de Europese Unie voor haar subsidies aan de suikerindustrie- gelijk gegeven. Dat maakte de Braziliaanse landbouwminister bekend. De uitspraak van het panel is niet openbaar.

Volgens de Braziliaanse landbouwminister noemde het WTO-panel de voor 1,7 miljard euro (in 2004) toegekende exportsubsidies "illegaal". "De overwinning binnen het panel versterkt onze positie in het voordeel van minder proteccionisme en van een opening van de Europese markt", aldus de minister van Brazilië.

De klacht die aan het panel was overhandigd was tweeledig:

  1. De reden waarom suiker tegen prijzen onder de kostprijs kan worden uitgevoerd ligt besloten in het feit dat de suiker in de A- en B-quota zoveel steun bij de productie ontvangt dat alle suiker die meer wordt geproduceerd, de zg. C-suiker, kan worden uitgevoerd aan de lage prijzen op de wereldmarkt. Door zo de export van C-suiker te subsidiëren overtreedt de EU de overeengekomen reductieverplichtingen in de Uruguay Ronde.
  2. Door de gesubsidieerde export van suikerimporten uit ACP-landen (1.6 miljoen ton) overschrijdt de EU de hoeveelheid die was voorzien voor exportsubsidies in de Uruguay Ronde. werd de EC ervan beschuldigd dat zij de geïmporteerde ruwe suiker raffineert en de resulterende witte suiker behandelt als binnenlands overschot, dat dan weer wordt uitgevoerd, ondersteund door exportsubsidies. Brazilië stelt dat de EC deze suikerexporten niet heeft inbegrepen in haar berekening van de exporten, die zijn onderworpen aan de reductieverplichtingen.

Op beide punten heeft het panel de EU in het ongelijk gesteld.