Ga naar de inhoud
Foto Bavo Verwimp

N.a.v. melkcrisis kroop Wervel in de pen van bioboer en landbouweconoom Bavo Verwimp. De Standaard van 22 september publiceerde de opinie, met nadien diverse reacties

Een nieuwe vorm van witte woede steekt de kop op. De beelden van melkveehouders die hun melk spreiden over de Waalse akkers, zijn duidelijk op ons netvlies geprint. En of het nu ethisch verantwoord is of niet, of het nu veel opbrengt of niet, het debat is geopend. En daar was het de melkveehouders wellicht om te doen.

Hoewel ze op heel wat begrip kunnen rekenen, moesten de stakende boeren ook bakken commentaar slikken. Er was immers nogal wat gekissebis tussen de landbouworganisaties onderling. Maar er zijn ook bedenkingen vanuit de andere landbouwsectoren. De melkveehouderij krijgt immers ruimschoots aandacht, terwijl de landbouwcrisis veel ruimer is dan de zuivelsector alleen. Ook de varkens-, granen-, groentesector enz. kampen met historisch lage prijzen, en het lukt blijkbaar niet om uit het dal van deze neerwaartse prijzenspiraal te geraken.

Maar wat bijzonder is aan de melkveesector, is dat er op Europees niveau een relatief goed systeem van aanbodbeheersing bestond. Reeds sinds het begin van de jaren ’80 werd er in Europa een systeem ingevoerd dat de melkveehouders een soort productierechten geeft, waarbij iedereen weet hoeveel melk hij per jaar mag produceren. Dat zijn de melkquota. En precies dat systeem wordt momenteel onderuit gehaald door het beleid van de Europese commissie. In de Standaard van vorige vrijdag verwijst Lorin Parys in zijn column trouwens naar het quotumsysteem alsof dit de oorzaak van het probleem is. Maar daar gaat hij toch wel wat kort door de bocht.
Een quotumsysteem dient om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. En in de jaren ’80 en zelfs ook daarna heeft dat vrij goed gefunctioneerd. Maar wat men vergeet te vermelden is dat het niveau van de Europese quota nog altijd hoger was dan de consumptie. En daar wringt natuurlijk het schoentje.
Lorin Parys heeft gelijk als hij stelt dat 1% productiedaling niet voldoende is. Er is meer nodig. Maar er is nooit voldoende politieke moed geweest om de quota te reduceren tot op het niveau van wat Europa zelf verbruikt. De beleidsmakers (en wellicht ook de grote zuivelfabrieken) hebben altijd hun heil gezocht in de wereldmarkt. En dus moest er een overschot in stand gehouden worden.

Dat overschot is lang met massale exportsteun op de wereldmarkt gedumpt. Maar nu die exportsubsidies langzaam maar zeker verdwijnen, wordt de afhankelijkheid van die wereldmarkt zeer sterk bepalend voor onze melkprijs, ook voor de melk die niet uitgevoerd wordt. Want het is precies dat overschot aan melk dat onze prijzen bepaalt, ook de interne prijs. En als die wereldmarktprijs dan op korte tijd bijna halveert, dan gaan uiteraard de poppen aan het dansen.
Maar als een quotumsysteem effectief afgestemd wordt op de vraag, dan kan het echter vrij goed fuctioneren. Vraag dat maar eens na bij de Canadese boeren! Misschien moeten de boeren dan wel wat minder melk produceren, misschien moeten de quota op termijn dan wel wat verschoven worden zodat ook oost-europese landen aan de bak komen, maar dan is het tenminste mogelijk om een redelijke melkprijs af te dwingen.

In principe is het dan zelfs mogelijk om te produceren zonder subsidies. Want dat is de andere doorn in het oog van Lorin Parys. Als de boeren een goede prijs krijgen voor hun product, kunnen zij het ook stellen zonder premies. Maar het is het één of het ander. Ofwel moet er geproduceerd worden onder kostprijs en is er een aanvulling nodig met subsidies. Ofwel zijn er hogere prijzen, en dan zonder tussenkomst van de staat. De boeren zullen ongetwijfeld dat laatste kiezen, maar het is de vraag wat de verwerkende industrie daarvan denkt. Want dan komen hun marges natuurlijk in het gedrang. De vraag is dus wie er werkelijk baat heeft bij een systeem met lage prijzen, al dan niet aangevuld met subsidies.

Het is dan ook niet te verbazen dat internationale organisaties zoals de WTO (wereldhandelsorganisatie) zich kost wat kost verzetten tegen vormen van aanbodbeheersing, zoals de melkquota. Want alles moet in dienst staan van de lage prijzen en hún heilige koe, de ‘vrije’ markt. Maar dat systeem werkt nu eenmaal niet als het over landbouw en voedsel gaat. Door de eigenheid van de landbouw, zal er altijd een zekere tussenkomst van de overheid nodig zijn. De melkproductie van een koe, leg je nu eenmaal niet stil zoals je de band in een fabriek een tijdje kunt stilleggen.

Wervel, de werkgroep voor een rechtvaardige en verantwoorde landbouw, pleit daarom al langer voor een fair systeem van productiequota. Dat het huidige systeem niet perfect is, klopt uiteraard. Maar dat de afschaffing ervan dan de enige oplossing is, daar durven wij sterk aan twijfelen!

Bavo Verwimp
bioboer en landbouweconoom
www.wervel.be