Ga naar de inhoud

Jongerenkamp: ‘Mijn eerste grond’
Een nieuw elan in Brazilië


Brazilië maakt de laatste 30 jaar een enorme evolutie door: van dictatuur en onderdrukking naar massale volksbewegingen en groeiende democratie. Recent liep dit uit op de verkiezing van de arbeider Lula tot president. Hij werd verkozen door 66 % van de bevolking (vergelijk even met president Bush: 25 % in de VS). Nog nooit in de geschiedenis van de democratie werd een president zo door miljoenen kiezers gedragen. Je voelt dan ook overal op congressen, in kranten, op TV, op straat …én bij de beweging van de gezinslandbouw dat dit land een historische doorbraak beleeft naar een betere toekomst voor velen.

Toevallig, maar tot mijn grote vreugde, heb ik het geluk om uitgerekend vanaf nu half-time in Europa (vanuit Wervel) en half-time in Brazilië (vanuit de boerenbeweging Fetraf-Sul/Cut) te kunnen meewerken.

Christelijk bevrijdend

Brazilië is het land waar de christelijke basisgemeenschappen (CEBs) en de bevrijdingstheologie het meest impact hadden. “In de zeventiger jaren van de twintigste eeuw waren de kerken de enige (asiel)plaatsen waar mensen konden samen komen. Onder de knoet van de militaire dictatuur (1964-1985) leerden ze zich in basisgemeenschappen te organiseren. In de tachtiger jaren organiseerde (vooral) de (katholieke) kerk allerlei ‘pastorais’: voor jongeren, kinderen, arbeiders, etc. In de schoot van de CEBs ontstonden vrouwenbewegingen, de landlozenbeweging MST (Movimento dos Sem Terra), de vakbond CUT (Central Única dos Trabalhadores), de PT (Partido dos Trabalhadores). De huidige president is als metaalarbeider van São Paulo medestichter van CUT en PT.

De negentiger jaren was het decennium van de politieke actie. De eerste tien jaren van de 21ste eeuw zullen de jaren worden van het zich nóg beter organiseren.” Aan het woord is Dinarte Belato, een professor geschiedenis van de universiteit  Ijuí in de deelstaat Rio Grande do Sul.

Eerste jongerenkamp

Dinarte was één van de sprekers bij de opening van ‘1º acampamento da juventude da agricultura familiar da região sul, Fetraf-Sul/Cut: nossa primeira terra’. Een mond vol, maar met deze portugese aankondiging zie je meteen welke de ingrediënten zijn van een massaal jongerenkamp(29-31 mei 2003) in Xanxerê, deelstaat Santa Catarina.

‘1° acampamento da juventude da ‘agricultura familiar’: 1800 jongeren voor het eerst op jeugdkamp van de ‘gezinslandbouw’. Sinds enkele jaren spreekt men hier van de ‘agricultura familiar’, in tegenstelling tot de ‘patronale landbouw’ (de grootgrondbezitters die 1000 tot 10.000 ha. of meer in handen hebben). De gezinslandbouw voedt voor 70 % het volk van Brazilië (175 miljoen mensen); de productie van de grootgrondbezitters is vooral voor de export (suiker, soja, koffie, vlees, sinaasappels, cacao…).

…da região sul, Fetraf-Sul/Cut: van de zuidelijke regio en daarom ‘Fetraf-Sul/Cut’.

De zuidelijke regio kent drie deelstaten. Ook al vluchtten de laatste 30 jaar miljoenen mensen in heel Brazilië naar de steden, in de deelstaten Rio Grande do Sul, Santa Catarina en Paraná zijn er nog 900.000 bedrijven van de ‘Agricultura familiar’ (4 miljoen in heel Brazilië). Er leven ongeveer 1 miljoen jongeren op het platteland.

De vakbond CUT bestaat anno 2003 twintig jaar. Van in het begin waren er zowel arbeiders uit de steden bij, als landarbeiders en de kleinere boeren uit het immense binnenland. Sinds 2001 reorganiseerden de boeren in Zuid-Brazilië zich in de schoot van de CUT, maar toch ook apart als een steeds sterker wordende boerenbeweging Fetraf-Sul/Cut (Federação dos Trabalhadores na Agricultura Familiar da Região Sul/Cut).

‘Nossa primeira terra’: onze eerste grond. In een land waar 1 % van de bevolking 49 % van de grond in handen heeft  en waar de ‘patronale landbouw’ (slechts 554.501 bedrijven) 67,9 % in bezit heeft (terwijl de 4 miljoen ‘familialen’ slechts over 30,5 % van de grond kunnen beschikken), daar is deze kreet niet uit de lucht gegrepen. Brazilië is tot op vandaag het land met de grootste tegenstellingen ter wereld tussen arm en rijk. Het is ook het land met de grootste grondconcentratie in weinige handen. Sinds de jaren ’70 met de zogenaamde ‘Groene Revolutie’, die zich vooral vertaalde in soja-monocultures, is de concentratie alleen maar scherper geworden. De grondproblematiek kan dan ook gerust de kernproblematiek van dit immense land genoemd worden.

Immens? Van Oost tot West en van Zuid naar Noord moet je telkens 4200 tot 5000 km reizen. Het land heeft meer dan 6000 km kustgebied…

Mijn eerste werk. Onze eerste grond.

De regering Lula heeft enkele prioriteiten. Dé topprioriteit is de strijd tegen de honger: ‘Fome Zero’. Hiertoe wordt voor het eerst in de geschiedenis de gezinslandbouw als model naar voren geschoven. Het is de Agricultura Familiar die de Braziliaan voedt!

Een ander project is ‘Mijn eerste werk’. Miljoenen jongeren zijn werkloos. Door het fiscaal aantrekkelijk te maken hoopt Lula honderdduizenden jongeren aan hun eerste werk te helpen. Dit initiatief inspireerde de jongerenwerking van Fetraf tot het idee van ‘Onze eerste grond’. Merk de verschuiving van ‘mijn’ naar ‘onze’. Alléén geraken ze er niet. Daarom proberen ze zich in allerlei verbanden te organiseren. Bovendien is de gemeenschapszin er toch nog wel wat groter dan in Europa.

Het is ontroerend om te zien hoe 1800 jongeren drie dagen lang een voorstel bespreken en amenderen om het uiteindelijk de laatste dag aan de Minister van Agrarische Ontwikkeling te overhandigen. De helft van deze jongeren was nog nooit uit hun afgelegen dorp gekomen. Ze scholen nu samen om het over hun toekomst, hun leven, hun grónd te hebben.

Tussen het serieuze werk door zijn ze Braziliaans-uitgelaten. Bij het minste deuntje beginnen ze te dansen of te zingen. Animatie en ‘mística’ zijn er altijd bij.

Mística?

Zowel de landlozenbeweging MST als de boerenbeweging Fetraf-Sul/Cut hebben het zonder schroom over ‘mística’. Ze vergaderen of organiseren niet alleen. Zo nu en dan uiten ze hun ziel en de ziel van de landbouw in riten en symbolen. Gewoon. Als een verdichtingsmoment van het (samen)leven.  Daar zijn ze echt wel meesters in.

De voorlaatste dag beslissen ze onverwachts om een optocht te houden naar het centrum van Xanxerê. Gedisciplineerd houden ze een mars van het platteland naar de stad om zich kenbaar te maken: “Hiér zijn we, jongeren op zoek naar grond. Onze gezinnen voeden de consumenten in de stad en wij willen dit met veel liefde verder doen. Laat ons samenwerken. Wij zijn op zoek naar onze eerste grond. Een àndere wereld is mogelijk.” Voor de kathedraal stoppen ze. Het moment van de mistica breekt aan. Severine Macedo, de coördinatrice van amper 20 jaar, spreekt vanop de geluidswagen de menigte toe. Ze duidt de symbolen die ze meedragen: “Aarde: symbool van ons leven, van onze strijd.”   
Volksbewegingen en regering versterken elkaar

De laatste ochtend worden plenair nog heel intensief de amendementen van de dertig groepen bediscussiëerd. Het werk is net op tijd klaar om het hoge bezoek uit hoofdstad Brasília te ontvangen: Minister van Agrarische Ontwikkeling Miguel Rossetto en de secretaris van de Agricultura Familiar Walter Bianchini. Het samenzijn wordt geopend door … een mística en een aangrijpend toneelstuk, waarin ze het bezoek aan de minister uitbeelden. Verschillende sprekers benadrukken vervolgens de ‘historische inzet’ van dit moment: jongeren en regering vinden elkaar. Vooral Altemir Tortelli, de voorzitter van Fetraf-Sul/Cut, benadrukt het belang van deze gebeurtenis. Geëmotioneerd knoopt hij de uitkomst van dit kamp aan de beginjaren van de ‘pastoral da juventude’ uit de jaren ’80. Zijn jeugdjaren dus en hùn bewustwording in kerkverband. Het is dezelfde Tortelli die ook aanwezig was bij de eerste dialoog tussen boerenleiders van Noord en Zuid in Leuven, oktober 2002. Organisatie: Agricord.

Severine vertolkt met verve het concrete en tot in de puntjes uitgewerkte voorstel aan de minister. En dan…, dan neemt de minister het woord. Hij zet meteen de toon en steelt het hart van de nu meer dan 2000 jongeren: “(…) De dominerende klasse zei dat het platteland het verleden is en de stad de toekomst. Laat zien dat we als volk niet zo’n grote concentraties van steden willen.(…) We zijn erg verschillend (zwart, blank, indiaan), maar we zijn gelijk in rechten. De perversiteit van de dominante cultuur heeft ons naar het geweld van de steden gedreven, maar voor ‘cidadania’ (burgerschap) moet je niet in de steden (‘cidades’) zijn. We zullen samen zorgen dat er toekomst is op het platteland! In de deelstaat Acre, midden in het Amazonewoud, verzonnen ze een nieuwe naam voor burgerschap, namelijk ‘florestania’ (‘floresta’= ‘van het woud’). Als Braziliaanse burgers willen ze zorgen voor water, aarde, woud én voedsel.”

Na een slotzang stuift iedereen de zaal uit, want in Brazilië moeten er altijd honderden kilometers gereden worden om terug thuis te geraken. Het is dan ook een land van bussen en vrachtwagens. Terwijl vooraan de sprekers elkaar nog uitvoerig omhelzen (‘abraços’), zie ik een jongen met ‘Ché’-petje alleen vanuit de zaal toekijken. Stil-filosofisch staan we daar met zijn tweeën  het schouwspel in ons op te nemen. Ik ga naar hem toe. Na een tijdje fluistert hij: “Dàt hadden we nu juist nodig, zie!” En wat later: “Kom laat ons samen de minister gaan feliciteren en bedanken.”Onderweg vertrouwt hij nog een meisje toe: “Alleen Lula ontbrak nog…”

Ja, in Brazilië vinden regering en volk elkaar. We gaan daar de volgende jaren nog van horen. Severine Macedo en Celso Ludwig  zijn er alvast aan begonnen. De dag nadien vliegen ze naar Europa. Samen voor een lustrum van Agriterra. Celso voor de tweede dialoog tussen boerenleiders uit Zuid en Noord. Severine voor het eerste wereldcongres van agrarische jongeren in Frankrijk. Europa en Brazilië vinden elkaar. Of zou Brazilië een spiegel van Europa kunnen zijn?

 Luc Vankrunkelsven.

Voor meer info over Fetraf-Sul/Cut, lees: ‘En toch…Een andere wereld is mogelijk’, Dabar/Heeswijk, 2002 van dezelfde auteur.