Ga naar de inhoud

België heeft in theorie meer dan 260.000 ha landbouwgrond nodig om ervoor te zorgen dat tegen 2010 5,75 percent biobrandstoffen kan worden gemengd in de brandstoffen aan de pomp. Dat kan niet gerealiseerd worden met de Belgische landbouw alleen. Zo zijn er voor de productie van biodiesel nog veel te weinig koolzaadvelden en zal België zeker aangewezen zijn op invoer uit het buitenland. Dat werd donderdag nog eens herhaald tijdens een debat over witte biotechnologie in het Vlaams Parlement.

Tijdens het debat werden de resultaten van een onderzoek van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA) toegelicht. In dat onderzoek werden dertig Vlaamse experts bevraagd naar het gebruik van de industriële biotechnologie in Vlaanderen. Industriële of ‘witte’ biotechnologie is het gebruik van micro-organismen voor de industriële productie van chemische stoffen, materialen en bio-energie. Witte biotechnologie is goed voor vijf procent van de totale chemische sector en wordt concreet gebruikt voor antibiotica, vitamines, detergenten, bioplastics, etc…

Een van de meest gekende toepassingen is die voor de productie van biobrandstoffen. Daar ligt volgens de onderzoekers een groot toekomstig potentieel, ook voor onze Vlaamse landbouwers. Volgens François Huyghe van de Boerenbond zal de landbouw een steeds grotere leverancier worden van energie en kan overstap naar niet-voedingsgewassen helpen om de prijsdaling voor de voedingsgewassen tegen te gaan.

Als wij tegen 2010 5,75 procent biobrandstoffen willen mengen in de brandstoffen aan de pomp, dan moeten in ons land volgens Huyge in theorie meer dan 260.000 ha landbouwgrond voorzien worden voor de teelt van gewassen voor biobrandstoffen. Voor de productie van biodiesel beschikt België echter lang niet over de nodige koolzaadvelden. Tegen 2010 zou 224.000 ha met koolzaad nodig zijn terwijl dat momenteel 10.000 ha is. "Voor biodiesel zal ons land dus aangewezen zijn op invoer. Vooral de nieuwe EU-lidstaten uit Oost-Europa bieden daarvoor een groot potentieel", aldus Huyge.

Voor de productie van bioethanol is er in principe geen probleem. Daarvoor zou in totaal zo’n 40.000 ha gronden met graan of suikerbieten nodig zijn. Dat is zo’n 10 tot 15 procent van het huidige totaal aan gronden voor die teelten. Volgens Boerenbond-specialist Huyghe kunnen daarvoor braakliggende gronden gebruikt worden of kan bijvoorbeeld de bestaande Belgische overproductie aan suikerbieten omgezet worden voor gebruik voor biobrandstoffen.

Over de vraag of er in Vlaanderen plaats is voor een "biogebaseerde economie" zijn de onderzoekers het niet helemaal eens. Enerzijds zijn er de "hinderpalen" zoals de onvoldoende schaalgrootte en het beperkte landbouwareaal. Anderzijds zijn de centrale ligging van Vlaanderen, de vlotte verbindingen en infrastructuur bijzonder geschikt voor de doorvoer van grondstoffen en producten. Voor de hernieuwbare grondstoffen zal Vlaanderen in ieder geval aangewezen zijn op invoer uit de buurlanden, Oost-Europa, Amerika en Afrika.