Ga naar de inhoud
Marjolein Visser op een overleg boslandbouw in West-Vlaanderen

De manier waarop Europa met de landbouw omgaat indachtig, mag het een half wonder heten dat er nog boeren bestaan, schrijft Marjolein Visser, hoofddocent agro-ecologie aan de Université Libre de Bruxelles (ULB) in De Standaard, nadat de krant gisteren kopte “Dure groene landbouwsubsidies leveren milieu niets op”. Verder in de krant wees een verontwaardigde landbouwer de “landbouwlobby” aan als oorzaak.

Onlangs moest ik mijn kennis bijspijkeren over de nieuwe vergroeningsmaatregelen van het ‘Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de Europese Unie’, (de ‘Cap’, zoals de Engelsen het kernachtig formuleren). Tegenzin en scepsis overheersten. Na een beetje zoeken werd mijn scepsis bevestigd, wat meteen ook de reden was voor mijn tanende belangstelling voor de Cap. Laat ik kort uitleggen waarom. Dacian Ciolos was de voorganger van de huidige Europese commissaris voor Landbouw Phil Hogan. Als betrokken landbouweconoom, ex-minister van Landbouw in landbouwland Roemenië én voorstander van boerenlandbouw had hij een sterke sociaal-ecologische stempel kunnen drukken op de laatste grote Cap-hervorming van 2013. Althans, velen hoopten daarop. Het is hem niet gelukt. De druk om door te gaan met de business as usual was te immens, het lobbyen te intens. De nieuwe vergroeningsmaatregelen kunnen mijn belangstelling voor de Cap niet opkrikken. Het zijn ronduit pathetische regeltjes die het resultaat zijn van eindeloze onderhandelingen om veranderingsgezinde voorstellen systematisch af te zwakken. Iets uitkoken tot het niets meer voorstelt, het is een typisch Cap-proces in de EU. De Cap is (verworden tot) bureaucratische besluitvorming ter bestendiging van het status-quo. Die politiek is blind voor de sociale en ecologische ravages die ze, wellicht ongewild, aanricht. Die ravages moeten samen worden aangepakt, omdat ze samen zijn veroorzaakt en elkaar versterken.

De aanleg van een sociaal kerkhof…

Dit is het plaatje van de sociale ravage in boerenmiddens: sinds de Cap in 1962 in werking trad, is er een zelfversterkend mechanisme op gang gekomen van sterk door de staat gepromote industrialisering (boerderij-eigen inputs werden vervangen door externe inputs uit de industrie). Als gevolg daarvan werkten de boeren met steeds kleinere marges op hun producten (duurder wordende externe inputs aan de kostenzijde en druk op de landbouwprijzen aan de batenzijde door chronische overproductie). De boeren kregen te maken met een concentratie van de toeleverende industrieën en afnemende distributieketens, die mee druk zetten op de landbouwprijzen. Daardoor werd de afstand tussen boer en bord eindeloos vergroot. De modale stedeling (en dat zijn we bijna allemaal) is naïef geworden over de juiste prijs van (eerlijk) voedsel: die ligt veel hoger dan wat we vandaag als ‘acceptabel’ beschouwen. Sicco Mansholt (mee-vader van de Cap) zei het toen al en dat geldt nog steeds: get big or get out. In het spoor van de industrie moesten ook boerderijen hun schaal vergroten, wat een (voorlopige) oplossing leek voor die benauwend kleine marges. Helaas nam de schuldenlast toe door enorme leningen die boeren aangingen en die velen fataal werden. Bij elke nieuwe prijzencrisis was er ook een saneringsgolf: zogenaamd niet-leefbare bedrijven ‘vloeiden af’ en werden overgenomen door hen die beslisten om (voorlopig nog) door te gaan. De winnaars van vandaag werden de verliezers van morgen.

De modale stedeling is naïef geworden over de juiste prijs van (eerlijk) voedsel: die ligt veel hoger dan wat we vandaag als ‘acceptabel’ beschouwen”

De Cap erkent dit perverse mechanisme niet als een kernprobleem, maar als onvermijdelijke collateral damage. Hoe ethisch is het om die pathetische vergroening als zoveelste regeltje op te leggen aan een boerenhuishouden dat niet meer harder kan werken dan het nu al doet, niet wil weten dat zijn netto inkomen, na aftrek van alle kosten, neerkomt op nauwelijks enkele euro’s per uur, en bij wie de regulitis de strot uitkomt? Anders gezegd: hoe zou het komen dat er nog boeren zijn onder deze Cap?

…en het ecologisch kerkhof ernaast,…

De ecologische ravage liep en loopt parallel met de sociale (honderdduizenden jobs zijn verloren gegaan). Veel boeren en boerenverdedigers weigeren die link te (h)erkennen. Alle oppervlakkige glamour van de industrialisering en de schaalvergroting ten spijt was vervuiling van bodems, water en lucht het gevolg. Tegelijk werden precies die natuurlijke processen ondermijnd die grond, water en lucht spontaan en gratis zuiveren, die afval afbreken en die correct eten op ons bord brengen. Onze Vlaamse rivieren zijn er nu al wat beter aan toe dan in de jaren tachtig, maar het overschot aan stikstof en fosfor blijft ons grond- en oppervlaktewater chronisch overbelasten. De zogenaamde vergroening van de Cap blijft helaas ook netjes weg van bepaalde problematieken (denk aan antibiotica, pesticiden en bijen) die zo veel mogelijk naar andere EU-bureaus worden overgeheveld.

…terwijl het over leven gaat

Landbouw gaat over uw en mijn dagelijks bord, over het spanningsveld tussen natuur en cultuur, en uiteraard over landbouwers. Iedereen is pro gezonde voeding. Velen hebben ondertussen door dat hoe we eten, bijvoorbeeld, behoorlijk wat beschavingsziekten verklaart. Maar zelden trekt iemand die link door naar hoe we omgaan met natuur en hoe, binnen die natuur, landbouwers aan landbouw doen. De Cap en zijn zogenaamde vergroening al helemaal niet.