Ga naar de inhoud
Eindpublicatie van Stedula

Hoger organische stofgehalte voor betere bodemkwaliteit

Eindpublicatie van Stedula

Het Steunpunt voor Duurzame Landbouw wijdde in september 2005 een nieuwsbrief aan het thema Kyoto en landbouw. Daarin lezen we: “Stedula is er van overtuigd dat er belangrijke kansen voor CO2-reductie te vinden zijn in de reductie van de achteruitgang van de organische stof in onze landbouwgronden.” Wervel gaat hiermee akkoord: de reductie van de achteruitgang is een eerste stap, maar we moeten ook durven verder te gaan, en netto CO2 uit de atmosfeer halen op een blijvende manier. Niet alleen omwille van Kyoto, maar ook omwille van bodemkwaliteit. In het Stedula-boek “Erven van de toekomst – over duurzame landbouw in Vlaanderen (gratis te bestellen)” wordt het organische stofgehalte de sleutelindicator genoemd voor bodemkwaliteit. Voldoende organische stof is nodig voor optimaal functioneren van biomassaproductie, filteren en bufferen van schadelijke stoffen, waterhuishouding, habitatcreatie. Er wordt een berekening gemaakt: de daling van de koolstofstocks in Vlaamse bodems tussen ’90 en 2000 stemt overeen met een jaarlijkse netto-emissie van een kleine 3000 kiloton CO2. Als men deze zou optellen bij de officiële Kyotoboekhouding, betekent dit een verhoging van de broeikasgasemissie vanuit landbouw met maar liefst 24%. Stedula schat dat de opbouw van de organische stof in onze bodems tot duurzame niveau’s een werk van lange adem is: een grootte-orde van een kwarteeuw lijkt realistisch. Volgens Wervel kan het historisch lage organische stofgehalte sneller opgekrikt worden door bomen aan te planten. Bomen brengen via bladval en wortelbiomassa organische materie in de bodem. Bovendien kan snoeihout (in agroforestrysystemen zowiezo voorradig) niet alleen verbrand worden voor energie, maar ook verhakseld en oppervlakkig in de bodem ingewerkt, waardoor de nitraatuitspoeling enorm afneemt (zie ook hieronder).

 

Betaald worden voor koolstoffixatie?

Het verlies van oerbossen in de wereld draagt elk jaar meer bij tot de koolstofuitstoot dan de transportsector! De onderzoekers stellen dat wanneer deze vastlegging van koolstof verrekend kan worden in de globale handel in emissierechten, de adoptie van agroforestrymaatregelen enorm zal versnellen. Onderzoek van Yale University toont aan dat agroforestry het grootste potentieel heeft om koolstof blijvend vast te leggen in de gematigde streken. Dit niet alleen omdat er koolstof in bodem en bomen wordt vastgelegd, maar ook omdat de druk op het bos in de tropen zo kan verminderen door verhoogde houtproductie in de gematigde streken. Bij ontbossing in de tropen (waar nog altijd het veel van ons hout gehaald wordt) komt immers naar verhouding enorm veel koolstof vrij omdat daar praktisch alle koolstof in de vegetatie zit en heel weinig in de bodem. Agroforestry moet dan ook opgenomen worden in broeikasgashandel volgens velen, maar Europa deed dit nog niet. Toch blijkt nu al dat agroforestry de laatste tien jaar steeds populairder wordt in de Verenigde Staten en China. Maar ook Europa wordt langzaam wakker uit de monocultuurillusie. Een Frans rapport schat in dat agroforestry 1,5 tot 4 ton C per hectare per jaar kan vastleggen!

misverstanden vermijden

Soms wordt ten onrechte beweerd dat bomen in de gematigde streken vooral het albedo (hoeveelheid weerkaatst zonlicht door aarde) verminderen, waardoor ze klimaatopwarming zouden in de hand werken. Luister (MP3 – 8,7 MB) hoe prof. Van Molle van de VUB deze fabel ontkracht (met dank aan Radio 1 – Lopende Zaken op 11 april 2007).

Duurzaam bouwen met hout

Parketvloer met planken

Parketvloer met planken

Hout is een duurzaam bouwmateriaal: het scoort in de levenscyclusanalyses veel beter dan bvb. aluminium (er is zeer weinig energie nodig om hout te produceren). Bovendien kan hout in bouwtoepassingen zeer lang meegaan, sommige houten constructies zijn al honderden jaren oud. Naarmate de levensduur verlengd wordt van deze toepassingen van hout in de bouw, blijft de koolstof langer uit de atmosfeer en zijn bomen nuttiger tegen klimaatopwarming.

 


Takken verhakselen om de bodem te verbeteren

Het Waalse landbouwonderzoeksinstituut Centre de Technologies Agronomiques in Stree (nabij Huy) publiceerde een boeiende brochure (in het Frans) over de BRF-techniek (zie ook hier). Deze bestaat erin om versnipperd houtachtig materiaal (afkomstig van takken en twijgen kleiner dan 7cm diameter) oppervlakkig in de bodem te werken, enkel de bovenste laag van 10 cm. Hierdoor komt een dynamiek op gang van schimmels en bodemleven, waardoor stikstofverliezen naar het grondwater gevoelig verminderen, en de stikstof bovendien toch beschikbaar blijft in plantopneembare vorm. Het jonge houtige materiaal heeft een relatief lage C/N-verhouding (50) en dit blijkt ideaal voor goede schimmels. Het CTA toonde op overtuigende wijze aan dat de stikstof in toegediende dosissen van 200 m3 houtsnippers/ha NIET uitspoelt, integendeel zelfs: door de aanwezige koolstof zal de vrije stikstof die reeds aanwezig was in de bodem opgenomen worden door het bodemleven. In het als kwetsbaar gebied afgebakende Vlaanderen lijkt dergelijke milieutechniek veelbelovend.